Bank of International Settlements
Banken zijn instellingen met specifieke eigenschappen.
Als kernactiviteit lenen de banken de middelen die ze van spaarders ontvangen uit aan bedrijven.
Het toestaan van een krediet gaat steeds gepaard met het risico dat het bedrijf de lening niet kan terugbetalen (het zogenaamde kredietrisico).
Indien een bedrijf in grote problemen komt en de lening niet kan terugbetalen lijdt de bank verlies.
Als deze verliezen vaak voorkomen, komt de bank uiteindelijk zelf in de problemen.
Indien dit gebeurt zullen de spaarders hun geld verliezen.
De bank dient bij het uitlenen van gelden er dus voor te zorgen dat dit gebeurt aan goede bedrijven, die hun lening hoogstwaarschijnlijk zullen terugbetalen.
Voor een goed draaiende economie is een stabiel financieel systeem gekenmerkt door solvabele banken uiterst belangrijk.
Om de financiële gezondheid van banken zo goed mogelijk te verzekeren, zijn banken aan een strikte regulering onderworpen. De uitvaardiging van de reglementering gebeurt op internationaal vlak door de Bank of International Settlements (BIS).
De BIS is reeds sinds de oprichting in 1930 een ontmoetingplaats voor centrale bankiers.
BCBS
Ondanks de bestaande regelgeving door BIS uitgevaardigd, kwamen veel banken in de problemen gedurende de crisis in de jaren zeventig.
Daarop werd in 1974 vanuit BIS door de centrale banken van 10 landen een comité opgericht met als doel het vervaardigen van nieuwe richtlijnen ter verbetering van de kapitaalsposities van banken.
Omdat de bijeenkomsten plaatsvinden in Basel, waar ook het secretariaat gevestigd is, wordt dit comité in de volksmond ook wel het Basel Comité genoemd. De officiële naam luidt echter: 'Basel Committee on Banking Supervision' (BCBS).
Het comité komt iedere 3 a 4 maanden bijelkaar.
BCBS geeft aanbevelingen aan zowel de managers van de banken als aan de toezichthouders op de banken. De aanbevelingen kunnen niet dwingend opgelegd worden. Er worden slechts standaarden of 'best practices' geformuleerd die door individuele autoriteiten overgenomen kunnen worden. Ook de invulling ervan mag worden aangepast, zodat het aansluit bij de specifieke nationale situatie.
Basel I
In 1988 stelde BCBS het 'Basel Capital Accord' op. Dit akkoord wordt tegenwoordig weinig creatief het Basel I akkoord genoemd.
Dit akkoord had als doel:
- De stevigheid en stabiliteit van het bankensysteem als geheel te verbeteren.
- Een gelijke basis te creëren voor alle internationaal actieve banken.
Dit deed men door eisen te stellen aan het kapitaal dat banken in eigen bezit moesten hebben bij het aangaan van een lening.
8 Procent regel
De hoofdregel van Basel I is dat voor iedere 100 euro uitgeleend geld minimaal 8 euro aan eigen vermogen moest worden aangehouden (garantiekapitaal).
Uitzonderingen hierop werden gedaan op het moment dat er ook zekerheden door de leningnemer werden aangeboden. Biedt de leningnemer bijvoorbeeld een eerste hypotheek op zijn woning aan bij het aangaan van de lening, dan vindt er een verlaging van het risicobedrag plaats.
Immers de bank heeft de mogelijkheid om bij wanbetaling de als zekerheid ingebrachte woning te verkopen.
Zo'n lening telt niet voor het volledige bedrag mee, maar voor slechts 50% van het leenbedrag.
Binnen Basel I wordt dit ook wel aangeduid als: '50% risk-weighted'.
Een staatslening van een overheid met een zeer goede kredietwaardigheid, kan zelfs een '0%-risk weight' hebben.
Zo wordt er voor iedere categorie zekerheden een risico-weging vastgelegd.
Een bank die zijn activa voor de volle 100% in Nederlandse staatsleningen zou hebben belegd, zou uitkomen op een nihil bedrag aan garantiekapitaal.
In de praktijk zal iedere bank echter een combinatie van leningvormen hanteren en daarom een bepaald bedrag aan garantiekapitaal moeten aanhouden.
garantiekapitaal Tier 1 en Tier 2
Het door de bank minimaal aan te houden kapitaal onder Basel I bedraagt dus 8% van de risicogewogen activa.
Als kapitaal komt zowel tier 1 als tier 2 kapitaal in aanmerking.
Tier 1 kapitaal bestaat uit het eigen vermogen en gereserveerde winsten na belasting. Dit zijn de twee kapitaalelementen die de banken uit alle landen gemeenschappelijk hebben en die de beste indicatie geven over de mate waarin banken risico?s kunnen opvangen.
Tier 2 kapitaal bestaat uit andere elementen die tot de kapitaalbasis mogen worden gerekend. Het zijn echter in dit geval de nationale toezichtsorganen die daarover beslissen.
Nationale verschillen zijn dus mogelijk. Onder tier 2 kapitaal vallen bijvoorbeeld de verborgen reserves, herwaarderingsmeerwaarden, algemene voorzieningen en achtergestelde leningen.
Het tier 2 kapitaal mag nooit meer zijn dan het tier 1 kapitaal bedragen.
Voordelen en nadelen van Basel I
Het voordeel van Basel I is dat het betrekkelijk eenvoudig te berekenen en te bewaken is.
Men hoeft slechts te weten wat de samenstelling en de waarde van de krediet- en handelsportefeuille is om het garantiekapitaal te berekenen.
Het nadeel is echter dat het een star systeem is.
Het gaat uit van een klassieke visie op het bankbedrijf waarin men ervan uitgaat dat de bank zich uitsluitend bezighoudt met het inlenen en uitlenen van geld.
In werkelijkheid zijn de banken echter veel dynamischer. Ze houden zich met veel meer zaken bezig.
Risico's die verbonden zijn aan de effectenhandel die men voor eigen rekening doet ('trading') worden in dit stelsel bijvoorbeeld niet meegenomen. Ook biedt het geen controle op zogenaamde 'Off-Balance Sheet Instruments' (OBSI) zoals opties en andere financiële derivaten.
Een tweede nadeel is dat er alleen naar het absolute bedrag van een lening wordt gekeken en niet naar andere zaken.
Het maakt vanuit het risico-perspectief wel degelijk een groot verschil of de klant 10.000 euro 'rood' mag staan op zijn rekening-courant, of dat hij een middenlange termijnlening is aangegaan van 10.000 euro over een periode van 10 jaar.
Tot slot wordt er niet gekeken naar de leningnemer zelf.
Een lening zonder zekerheid aan een triple A klant (beste rating) wordt op dezelfde wijze gewogen als een lening zonder zekerheid aan een klant die op de rand van faillissement verkeert.
Basel II
In juni 1999 deed het Basel Comité een eerste voorstel om het kapitaalakkoord uit 1988 te vervangen door een meer risicogevoelig kader.
Dit leidde uiteindelijk in 2007 tot de implementatie van Basel II.